P.O.B. bezorgt Schalkhaar ongunstige naam
door Rudy Brouwer – Boek ‘Omzien’ (2005)
De naam van ons dorp is voor veel landgenoten die de bezetting hebben gemaakt een beladen plaatsnaam. Voor hen is ‘Schalkhaar’ nog altijd synoniem voor de plek waar een nationaal-socialistisch getinte en naar Duits model ingerichte nazistische opleiding, het Politie Opleidings Bataljon (P.O.B.), was gevestigd.
SCHALKHAAR – In de zojuist afgebouwde plaatselijke Westenbergkazerne werd tijdens de oorlog, als direct gevolg van slap optreden van de toenmalige politie bij de Februari-stakingen, een op bevel van de Duitsers opgerichte politieschool ondergebracht. Iedereen die na mei 1941 bij de Nederlandse politie solliciteerde, moest aan de Westenbergkazerne in Schalkhaar een op nazi-ideologie gestoelde militaristische training volgen. Ook ervaren agenten werden er, onder supervisie van de Höhere SS- und Polizeiführer Rauter, trouwens als zodanig ‘bijgeschoold’.
De politieaspiranten leerden er van alles, behalve goed Nederlanderschap, beweerden kwade tongen al snel. Begin 1942 rondde de eerste lichting de opleiding af en werden de cursisten verspreid over korpsen in het hele land. Al in september 1942 werden ze voor hun harde optreden tegen de joden en hulp bij razzia’s in Amsterdam in de illegale pers afgeschilderd als ‘onderwereldfiguren en brave moffenknechten’. Terwijl de leerlingen van de politieschool fier zingend door de straten van ons dorp Schalkhaar marcheerden en sportief oefenden op het aanpalende natuurterrein Wechelerveld verkregen de P.O.B.’ers in de Hollandse volksmond zo stilaan de weinig gunstig gezinde bijnamen ‘Schalkhaarders’ en ook wel Zwarte Tulpen.
Goede vaderlanders
Toch leefde later ook wel de opvatting dat een deel van de ‘Schalkhaarders’ als goede vaderlanders kon worden beschouwd. Aanvankelijk waren het vooral vrijwilligers geweest die de Westenbergkazerne betraden; onwetende jonge mannen die een baan wilden om te voorkomen dat ze naar Duitsland werden gestuurd voor dwangarbeid (Arbeitseinsatz). Een beetje naïef was dat wel, want uit de functie eisen – onder meer niet joods/kleurling – was wel te verwachten welke kant het met de P.O.B. op zou gaan. Gaandeweg de opleiding kregen deze vrijwillige intreders afkeer van de aan hun geboden nazistische opleiding. Sommige van hen verzetten zich tegen de nationaal-socialistische lesstof en weigerden zich te laten ‘omscholen’. Anderen weigerden überhaupt te gaan en doken onder om aan die bijscholingsplicht te ontkomen.
Na de oorlog verkondigde een ex-‘Schalkhaarder’ zelfs dat maar liefst tachtig procent van zijn medeleerlingen ‘goed’ zou zijn geweest. In Schalkhaar legerden dus niet alleen pro-Duitse opgewekt marcherende soldaten, maar ook een flink aantal tegenstribbelaars. Infiltranten van het Nederlands verzet. Sterker nog, na verloop van tijd kwam vast te staan dat P.O.B. ‘ers zich hadden beziggehouden met regelrechte sabotage van de politieopleiding. In Tilburg, Rotterdam en Den Haag, maar ook elders in het land waren problemen met ‘Schalkhaarders’ die anti-Duits bleken.
Van binnenuit
Zij hadden wapens ontvreemd, bleken spionnen te zijn vanuit het verzet en de ondergrondse. Dat is ook de reden geweest dat Rauter het uiteindelijk niet aandurfde om de standaard met karabijn uitgeruste ‘Schalkhaarders’ mee te laten strijden met de Duitsers. Zij konden zich dan immers van binnenuit gemakkelijk tegen de bezetter keren. In augustus/september 1944 werden zelfs diverse compagnieën P.O.B.’ers opgeheven vanwege twijfel over hun oprechtheid en betrouwbaarheid.
Dus waren de leerlingen van het Politie Opleidings Bataljon, ‘de Schalkhaarders’, nu overwegend goed of fout? De term ‘Schalkhaarder’ laat volgens Jan Jaap Kelder in zijn boek ‘De Schalkhaarders’ vrijwel evenveel mogelijkheden open als de omschrijving ‘politieman in bezettingstijd’. Duidelijk is dat de geschiedenis van Schalkhaar in de Tweede Wereldoorlog natuurlijk véél meer omvat dan alleen de voor de dorpelingen over het algemeen ‘vredige’ aanwezigheid van het P.O.B. in ons dorp. De traumatische beschietingen en het onderduiken in kelders tijdens de bevrijding speelden – dat blijkt wel uit de verhalen in dit boek – voor veel inwoners een veel grotere rol in dieherinneringen.
(Bronnen: ‘Reisgids voor de Tweede Wereldoorlog’ van Femke Deen, Maurice Blessing en Marieke Prins en ‘De Schalkhaarders’ van Jan Jaap Kelder)